Net als Godzilla stampt ook de uit de kluiten gewassen aap King Kong al een tijdje rond. Ooit hing hij in een zwart/wit film aan de Empire State Building om dit daarna in kleur een aantal keer dunnetjes over te doen. De laatste keer dat we van Kong hoorden was toen Peter Jackson, je weet wel die van Lord of the Rings en The Hobbit, er een hele lange vervelende, humorloze versie van maakte.

Nu is Kong dus terug alleen dit keer niet in New York maar op het eiland waar hij thuishoort: Skull Island. Wetenschapper John Goodman sleept geharde soldaat Samuel L. Jackson, spoorzoeker Tom Hiddleston en een legereenheid mee naar het door een storm verscholen eiland. Hier gaat het al snel mis. Helikopters worden door Kong net zo gemakkelijk uit de lucht gemept als dubbeldekkers. Hierna volgt een zoektocht naar veiligheid door de overlevenden.

Daar waar King Kong een monsterfilm met een traan was, is Kong: Skull Island puur popcorn vermaak met veel explosies en bijbehorend lawaai. Voordeel is dat de film dit zonder schroom omarmt. Geen romantische flauwekul of diepe personages. Nee, je krijgt wat je wilt: monsters die mensen opeten, monsters die elkaar de hersens inslaan en helden die het hele relaas overleven. Oh, en blijf vooral even zitten voor de scène na de aftiteling.